STARTPAGINA.
EMAIL.
HET THEATER.
EERDERE PRODUCTIES.
JOOP.

EBA III

Theatergroep: Een Heel Klein Dorpje.

Tekst: Henk Apotheker. Regie: Wouter Eizinga.

    Met: Annieke Sloet, Carolien Zimmermann en Wouter Eizinga

Première 24 januari 2001

recensie; Uitgelicht De Gelderlander

Fysiek theaterspel van zussen in EBA III

 

Met behulp van de Arnhemse de­tective-schrijver Henk Apothe­ker heeft de Utrechtse theatergroep Een heel klein dorpje het stuk EBA III gemaakt Het is vanaf vandaag nog tot en met zaterdagavond 3 februari in het Arnhemse Theater Het Hof aan de Boekhorstenstraat te zien.

De inhoud van het stuk, een absurde bio­thriller genoemd, heeft eigenlijk niet zo veel om het lijf. Twee zussen ontmoeten elkaar na jaren weer, na de dood van hun vader, een bioloog, die aan een onder­zoek bezig was om een bepaald karakter in een ander lichaam te stoppen. Eén van de zussen ontdekt het geheim.

Het fysieke theaterspel van Annieke Sloet en Carolien Zimmermann is opvallend. Dat komt omdat zij beiden hebben gestu­deerd aan de theateropleiding van de Ho­geschool voor de Kunsten in Utrecht, waar de nadruk op fysiek, krachtig ge­speeld theater wordt gelegd. De effecten daarvan worden in het stuk af en toe nog extra geaccentueerd door het gebruik van de stroboscoop in de belichting. Dat geeft soms een bijna hallucinerend effect. Het gebruik van film op het decor voor het opwekken van illusionaire effecten werkt minder sterk.

EBA III kent ook wat choreografie-achtige momenten. Carolien Zimmermann daalt op een sierlijke manier een hoge, koelkast af en dat verraadt dat ze in haar opleiding ook wat aan ballet moet hebben gedaan.DAG.

recensie Arnhemsche Courant

Leerzaam avondje uit in Het Hof

Voorstelling: "EBA III' van theatergroep Een Heel Klein Dorpje.

Tekst Henk Apotheker. Regie: Wouter Eizinga.

Spel: Annieke Sloet, Carolien Zimmerman en Wouter Ei­zinga.

Gezien: 24/1 Theater Het Hof ARN­HEM.

 

Slechts zeven bezoekers telde theater Het Hof gisteravond. Zelfs voor de kleinste en meest sfeervolle uitgaansgelegenheid van Arnhem was dat een triest dieptepunt. De spelers van de Utrechtse theatergroep Een Heel Klein Dorpje moeten het ook als onaangenaam ervaren hebben, vooral omdat de eerste rijen met stoelen een lege aan­blik toonden.

Zeventig minuten later kwam bij mij automatisch de vraag naar boven of dit clubje acteurs met deze voorstelling een volle zaal verdienen. Hoe belabberd ik `EBA III' ook vond, het ant­woord moet toch een volmondig 'ja' zijn. Omdat de groep het experiment aangaat en omdat Het Hof waarschijnlijk voor de eerste keer in zijn bestaan een technisch zo ingewikkelde voor­stelling in huis had.

'EBA III' vertelt het verhaal van Marjolein Kallson die na de dood van haar vader probeert te achterhalen wat er van hem ge­worden is. Twintig jaar geleden liet hij haar achter in Neder­land, omdat de prominente bio­loog er de voorkeur aan gaf in Zwitserland grensverleggend onderzoek te doen. In een ob­scuur dorpje in de Alpen experi­menteerde hij met het overbren­gen van de persoonlijkheid van de ene aap op de andere.

 

Eenmaal in het laboratorium maakt Marjolein kennis met haar halfzuster die jarenlang hun vader heeft bijgestaan in het mysterieuze onderzoek. Die halfzus is jaloers op Marjolein, omdat die een jeugd heeft ge­had waarvan zij alleen maar kon dromen. Confrontaties blij­ven niet uit en de ontknoping laat zich eigenlijk al vrij snel ra­den.

Het bijzondere van 'EBA III' zit vooral in de vormgeving van de voorstelling. Clichés uit het me­dium film worden gebruikt om er een bonte mengeling van thriller, horror en science fic­tion van te maken. De spelers zetten alles dik aan om de paro­die - die hun voorstelling in feite is - extra glans te geven.

Een riskante onderneming, want al die clichés en techni­sche snufjes bereiken alleen het gewenste effect wanneer je ze heel doordacht inzet. Daar ont­breekt het in 'EBA III' veel te vaak aan. Veel effecten lijken op zichzelf te staan De bedoeling - het oproepen van de suggestie dat er meer is dan je op dat mo­ment ziet - werkt daardoor niet. En omdat het verhaaltje niet ijzersterk in elkaar zit, krijg je al snel het idee dat je zit te kij­ken naar een presentatie van wat de technici van Een Heel Klein Dorpje allemaal in hun mars hebben.

Waarschijnlijk wilden de ma­kers van 'EBA III' te veel tegelijk voor elkaar krijgen. Juist die ge­wenste veelheid werpt een forse berg obstakels op. Die worden in dit geval niet overwonnen. Daardoor blijft de productie ste­ken op het niveau van een wel heel slechte b-film. Toch is het soms interessant om te zien waarom een experimentele the­aterproductie niet werkt. 'EBA III' is in dat opzicht een leer­zaam avondje uit.

MARTIN HERMENS

Recensie De Gelderlander

Eba III: een stuk met te veel en te weinig

Eba III door Een heel klein dorpje. Van en met: Annieke Sloet, Carolien Zimmermann, Wouter Eizenga, Henk Apotheker, Sybren Kuiper, Schilleman de Vos, Rick Charité. Gezien; gisteravond, Theater Het Hof, Arnhem.

Door SUZANNE HOENDERDAAL

 

Het is een stuk met te veel en met te weinig. Te veel ingrediënten en te weinig eenheid.
Een stuk met een gouden gegeven, met volop mogelijkheden voor spanning, sensatie, emotie en humor. Een stuk met twee soepele actrices en een stijve ac­teur. Een stuk met leuke vond­sten ook.

Het blijkt dat niet alles straffe­loos te combineren valt. Wat wil­de Een heel klein dorpje (mooie naam!) nou eigenlijk? Een paro­die op een thriller? Een stuk over jaloezie? Een bewegingsspel? Een filmisch stuk theater? Een verhaal met een begin, een mid­den, een eind en een conflict? Het zat er allemaal in en je kon van alles proeven. Een hap suspence, en lepel absurdisme, een toef realisme, een handjevol be­trokkenheid maar ook heel veel traagheid en op de verveling werkende fratsen.

Terug naar het gegeven: er is een machine uitgevonden die de ge­dachten en herinneringen van de ene persoon over kan dragen aan de andere. De ontwikkeling is nog niet zo ver dat de eerste persoon, de donor, het overleeft, maar dat is dan pech. Tot zover het thriller-effect en het conflict, want natuurlijk wil de ene half­zus de mooie herinneringen aan hun vader stelen van de andere halfzus, omdat zij die totaal moest ontberen. Mooi.

Om het allemaal niet te serieus te maken werd er vet en stilis­tisch gespeeld. Regelmatig werd het hele spel als het ware stop gezet voor een dramatisch stuk filmmuziek en een overdreven pose. En dat was nou wat de boel zo ophield. Bovendien werd daardoor een afstand geschapen van actrices naar publiek in de zin van: het is allemaal maar een geintje. Mocht je je dus al be­trokken voelen bij het verhaal, dan werd dat onmiddellijk afge­straft. Maar weer niet genoeg om het geheel te beschouwen als vrijblijvend amusement.

En dan opeens was daar weer een mond vol lekkers: de afda­ling naar de kelder onder het laboratorium dat geweldig sugges­tief uitsluitend uit geluid be­stond. Of je werd gek en misse­lijk van de te langdurige strobo­scoop-effecten. Of je kreeg be­hoefte aan een slok karakteront­wikkeling, want de beide half­zussen bleven een beetje type­tjes.

Het zag er ondanks het lelijke de­cor smakelijk uit maar er waren te veel leuk bedoelde smaakstof­fen en te weinig echte smaak.