STARTPAGINA.
EMAIL.
HET THEATER.
EERDERE PRODUCTIES.
JOOP.

recensie Nijmeegs Courant 11-5-1984

Stijgende lijn in ontwikkeling van ’t Hof

Door Karel Verdonschot

 

NIJMEGEN – De jonge Arnhemse theatermakers van ‘’t Hof’ Joop van der Linden en Ruurt de Maesschalck – zetten met ‘De verloren tijd’ de eigen lijn die in ‘Lupa’ werd uitgestippeld, consequent en redelijk geslaagd voort. Al is hun tweede produktie zeker nog niet vlekkeloos, het is hoe dan ook een dergelijke zichzelf getrouwe ontwikkeling te signaleren.

 

Uit hun eersteling ‘Lupa’ was duidelijk geworden dat ‘’t Hof’ niet voor het conventionele, verhalende theater heeft gekozen. Integendeel; hun speelstijl daarin was sterk gestileerd en associatief-beeldend, terwijl hun thema – contact – weinig rechtstreeks en fragmentarisch werd behandeld.

 

Relatie

In ‘De verloren tijd’ komt dit alles terug. Het stuk dat een klein uur duurt – het is nog in voorbereiding overigens – vertoont een soortgelijke ditmaal haast caleidoscopische vertelwijze en eendere bewegingsmotieven, terwijl het onderwerp hetzelfde lijkt te zijn gebleven. voor zover te interpreteren, geen gemakkelijke klus voorwaar, bespreekt ‘De veloren tijd’ de relatie tussen twee vrienden en de elementen die hen bij hun contact in de weg staan.

 

Symbolisch

De steile wand, midden in het met gaasconstructies gemarkeerde toneelbeeld, is in dat verband heel symbolisch. Beide mannen proberen hem met veel inzet te beklimmen, maar steeds weer tevergeefs, hetgeen naar de onmogelijkheid van het slagen van contact lijkt te verwijzen. In warrige, pseudo-diepzinnige dialogen wordt bovendien gepoogd meer duidelijkheid over hun contact te verschaffen, maar dat geschiedt tamelijk weinig overtuigend, naar mijn smaak. De achillespees van deze voorstelling.

Als ik de door henzelf verstrekte toelichting moet geloven, is er nog veel meer dan dat aan de hand, vooral met betrekking tot de rol van de musicus die als derde figuur in de voorstelling aanwezig is. Hij zou het element macht symboliseren en de handeling goeddeels bepalen. Mogelijk, maar ik heb de aanwezigheid van de droogkomische Bart Groenendijk slechts als de ironische noot, als de slapstick opgevat.

 

Dialoog

Om kort te gaan; ’De verloren tijd’ is een voorstelling die nog niet af is en waar ook nog best een en ander aan geschaafd kan worden – vooral met betrekking tot de dialoog – maar die in theatraal opzicht heel interessant is. Binnenkort zal ze waarschijnlijk weer ergens in Nijmegen of Arnhem worden gespeeld.

 

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

 

recensie de nieuwe Krant 25 mei 1984

 

De Verloren Tijd' van Het Hof

Laboratoriumstuk met vondsten

 

door Suzanne Hoenderdaal

 

ARNHEM - Om het even grof te stellen: als je twintig bent, denk je de wereld in je zak te hebben en meen je al­les zeker te weten. Maar te­gen de dertig verdwijnen de zekerheden en verzeil je in twijfel. Niets is met stellig­heid waar, alles kan anders zijn dan het lijkt:

 

Ruurt de Maesschalk en Joop van der Linden, de twee akteurs van theatergroep Het Hof, baseerden hun eer­ste produktie, La Lupa op een groei van geboren wor­den, kleuter zijn en tot vol­wassenheid raken. Er ont­sponnen zich in deze cyclus twee duidelijke karakters die een soort zekerheid ga­ven.

 

Onveilig

Gisteravond in de kleine zaal van de schouwburg, kwam Het Hof met de tweede produktie: De Verloren Tijd. Het is alsof Ruurt en Joop elkaar bij de hand heb­ben genomen en verder zijn gegaan, op naar `de dertig', op naar de onveilige onzekerheid.

De Verloren Tijd zit vol twijfel, alles kan anders zijn dan het lijkt. Het stuk is, veel meer dan La Lupa een zoe­ken, een proberen, een nog eens over doen. Niet dat er aarzelend gespeeld wordt, het zit hem in de laborato­riumstructuur.

 

Zusje

Zoals een goochelaar num­mer na nummer afwerkt, zo werkten ook de akteurs het ene fragment na het andere af. Rode draad was het ver­haal over het mooie, dode zusje dat de ene man aan de andere vertelt, waardoor er een band ontstaat. Maar wel een hele breekbare: niets is wat het lijkt te zijn.

Zo begon De Verloren Tijd met een solo van de belich­ter. Ook weer een soort proberen en herhalen van effec­ten. Een dans van licht op een décor. Later zo nu en dan een mens. Staand. Bewe­gingloos. Als décorstuk.

Zo speelde de pianist, Bart Groenendijk, op een vleugel met snaren die waren afgedekt met papier: een afgrij­selijk effect. Maar het probe­ren waard. En hij beperkte zich niet tot de muziek, hij bleek ook nog een voortref­felijk acteur.

 

Theatraal

Behalve dat sommige tek­sten zo nu en dan totaal on­verstaanbaar waren, was ik ook niet kapot van de teksten the wel gehoord werden. Ik vond ze onbegrijpelijk theatraal en veraf staan van het visuele element. Tenzij je er­van uitgaat dat wat er ge­zegd wordt er niet toe doet, maar de manier waarop en de omstandigheden waaron­der wel.

 

Experiment

Zo te zien is Het Hof heel intens bezig geweest. En er zijn ook heel wat interessan­te vondsten uitgebroed. Al­leen zag ik steeds de werk­ruimte voor me, het laboratorium waarin geëxperimenteerd wordt. Voor een zaal met niet-ingewijde kij­kers, was De Verloren Tijd wat te vaag, te intern. Dit stadium van zoeken is wel­licht een geweldig boeiend stadium voor wie erbij be­trokken zijn, maar als pu­bliek zie ik liever de volgen­de stap, die van, de nieuwe waardebepalingen, al zullen er eeuwig vraagtekens blij­ven.

 

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

 

recensie Arnhemsche Courant 25-5-1984

Het Hof te vaag in „Verloren tijd"

 

RIJK VAN ROTTERDAM

 

ARNHEM - „De verloren tijd", de nieuwe produktie van de Arn­hemse theatergroep Het Hof, begint met een spannend spel tussen de belichting van Koos Dam en de objecten van Ton Haas Egon Küch­lein en Gert-Jan Vogel, die het decor vormen; een verticale baan met aan weerszijden vleugelachtige vormen van doorschijnend textiel, twee blokken met schuine vlakken en twee blauwe buizen die elkaar om­strengelen zonder elkaar aan te ra­ken. De verwachtingen zijn hoog gespannen.

 

Bij de première gisteravond in de kleine zaal van de Arnhemse schouwburg bleek, dat de spelers Bart Groenendijk (tevens als compo­nist en als uitvoerende verantwoordelijk voor de muziek), Joop van der Linden en Ruurt de Maesschalck die verwachtingen slechts ten dele waar maken.

 

De kern van Het Hof, gevormd door Ruurt de Maesschalck en Joop van der Linden, wil met „De verlo­ren tijd" associatief theater brengen, met als thema het met 't jaar 1984 dankzij Orwell nauw verweven ge­geven, dat de mens als individu niet meer geld in een tot vervreemding toe organiseerde samenleving.

 

Het thema wordt terloops aange­reikt door middel van teksten van Cannetti en van Sartre; de uitwer­king raakt zoek in scènes, die teveel mogelijkheden tot associatie bieden.

 

De voorstelling is zichtbaar met gro­te zorgvuldigheid gemaakt, maar juist in het onzichtbare schort 't aan visie op samenhang.

 

Herhalingen van het woest be­klimmen van de verticale baan, van een monoloog, van het eten van een appel; het verblijf allemaal buiten­kant omdat er tussentijds vrijwel geen dramatische voortgang is. „De verloren tijd" is te tragisch om hu­mor de ruimte te laten en te geestig voor tragiek. Het publiek krijgt geen kader, ook niet in de zin van een spanningsboog en dat laatste is toch het minste wat een schouwburgbezoeker verwachten mag.

 

De voorstelling duurt een uur, maar had ook twee uur of een half uur kunnen duren. Er kan veel meer in, er kan ook veel uit. Hoe associa­tief je in het theater ook wilt zijn, er moet tenminste een stippellijn uitge­zet worden, waarop inhoud, vorm, spel en techniek samenkomen. „De verloren tijd" telt in deze zin te weinig stippels.

Associatief theater lijkt me alleen dan te maken, wanneer je uitgaat van een helder en gedetailleerd con­cept, waarin je vervolgens gaat schrappen. De nieuwe produktie van Het Hof lijkt uit associaties te zijn opgebouwd. Voor het publiek is er in ieder geval teveel ruimte om te interpreteren, waarmee het eind zoek is, zelfs al geef je aan dat een vriendschap strandt.

 

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

 

recensie De Telegraaf 28-5-1984

„Verloren tijd" wekt verbazing

 

Peter Liefhebber

 

De terugreis van Arnhem naar huis heb ik voorname­lijk doorgebracht in verba­zing. Die gold de bedoeling die „Het Hof" toch wel gehad zal hebben met zijn nieuwste produktie respectievelijk mijn onvermogen daar iets van te snappen.

 

Ik mag namelijk een boon zijn als ik de samenhang kan vatten tussen de capriolen, die gedurende ongeveer een uur worden gepresenteerd onder de verzamelnaam „De verloren tijd", een titel die te zeer uitnodigt tot het maken van flauwe woordspelingen om op in te gaan.

 

Schutting

Wat valt er te zien? Twee meneren die zich tegen een hoge schutting op vergeefs te barsten rennen en een andere meneer in een te groot kos­tuum, die twee keer op zijn gemak een appel inclusief klokhuis, exclusief steeltje nuttigt, daarbij het feestelij­ke hoofd trekkend van ie­mand die het ook niet kan helpen dat hij van nature een geestigerd is.

Als ik de flarden dialoog enigszins heb kunnen volgen, gaat een van de springende mannen gebukt onder een dood zusje, maar bloeit er gelukkig een warme vriendschap op met zijn collegaspringer. Het duurt een tijdje voor ze dat door hebben, res­pectievelijk toegeven. Zijn ze, blijkens hun uitdossing, gevangenen van zichzelf? Moet in die spanne tijds wel­licht de verklaring van de titel worden gevonden? De tijd die verloren gaat tussen het krijgen en durven beken­nen van bepaalde gevoelens?

Het zou kunnen, maar ik steek er nog geen nagel voor in het vuur. Maar los van een eventuele uitleg: „Het Hof” heeft me in geen enkel op­zicht kunnen overtuigen van de zin van de hele vertoning.

 

Theatergroep: „Het Hof"; voorstelling: „De verloren tijd"; regie: Hajo Bruins; spel: Bart Groenendijk; Joop van der Lin­den, Ruurt de Maesschalck; ge­zien: Stadsschouwburg Arnhem.

DE VERLOREN TIJD

van Theatergroep Het Hof

naar teksten van Elias Cannetti en Jean-Paul Sartre

Van en met: Bart Groenendijk, Joop van der Linden en Ruurt de Maesschalck.

Speladviezen: Hajo Bruins. Kostuums: Liesbeth Tange – Lichtplan: Koos Dam.

Muziek: Bart Groenendijk. Decor: Ton Haas, Egon Küchlein en Gert-Jan Vogel.

Wereldpremière: 24 mei 1984 Schouwburg Arnhem.