STARTPAGINA.
EMAIL.
HET THEATER.
EERDERE PRODUCTIES.
JOOP.

WAT DE BUTLER ZAG

van Joe Orton door Theatergroep Het Hof.

Met; Antoinette Jelgersma, Myranda Jongeling, Joop van der Linden,

Paul R. Kooy, John Serkei en Eelco Vellema.

Regie; Ruurt de Maesschalck. – Decor en techniek; Joop van der Linden.

Première 20 november 1986, De Brakke Grond, Amsterdam.

 

Recensie Arnhemsche Courant

 

Het Hof schittert in rotstuk

door Rijk van Rotterdam

 

ARNHEM - Over Joe Ortons ~ „Wat de butler zag," voorstellingen van de Arnhemse theatergroep Het Hof gisteravond en vanavond in de  kleine zaal van de Arnhemse schouwburg (aanvang 20.30 uur), had ik willen schrijven: „Het stuk is in feite tegen zichzelf gekeerd." Maar dat hoeft niet meer, want don­derdag j.l. zei hoofdrolspeler Paul R. Kooij dat er al over in een interview in deze krant.

 

Het verschil is, dat Kooij als ac­teur redeneert vanuit een uitdaging en ik als kijker over zomaar een voorstelling. Voor hem telt de bevrediging van het pogen, voor mij de moeite met een weerbarstig stuk.

„Wat de butler zag" werd bij de Arnhemse toneelgroep Theater een aantal jaren geleden meteen na de premiere al van het repertoire ge­schrapt. Ook in het buitenland vond het stuk, dat zich kluchtig afspeelt in de privekliniek van ene dokter Prent en de draak steekt met alle mogelijke seksuele taboes en in een adem ook met artsenij en psychia­trie, nauwelijks bijval. Er is artistie­ke moed voor nodig om het dan toch nog eens te willen proberen. Dat zij gezegd van Het Hof.

Is het een stom stuk? Allerminst! ' Het is zo intelligent als de pest. Het is drammerig intelligent, het moet en zal gelijk hebben, het zal pas zwijgen als je het met acht hamersla­gen de kop in slaat. Eerder zweeg immers Orton ook niet.

Het Hof heeft er in de regie van Ruurt de Maesschalck zichtbaar kei­hard aan gewerkt. De consequente en flitsende karikaturale vorm laat zien, waar de groep al niet toe in staat is. Lof! Maar het blijft een rotstuk.

Het dwingt een speelsnelheid af, waarbij je briljante grappen ont­gaan, als praalwagens die in een sneltreinvaart voorbij komen.
Als het nog zin had, zou ik zeg­gen: „Fuck Orton." Waarmee hem waarlijk postume eer bewezen zij.
                                     - - - - - - - - - - - - - -
- - - - - -

recensie De Gelderlander
Theatergroep Het Hof trapt open deur in

 

rdoor Ton Verbeeten

 

AMSTERDAM - Theatergroep Het Hof heeft zich gewaagd aan de komedie ‘Wat de butler zag' van Joe Orton. Donderdagavond ging het stuk in première in Theater De Brakke- Grond in Amsterdam.

Toneelgroep Theater speelde zeven jaar geleden `De butler', maar na de première verdween het stuk toen ijlings van het re­pertoire.

 

Ik begrijp perfect waarom. Joe Orton betoogt, „dat het theater niet aan Apollo, maar aan Dyonisos gewijd dient te zijn." Hij citeert daarmee Niet­sche om zijn verbitterde over­drijving van de burger­mansklucht in theorie aan de extase te koppelen.

In de praktijk schuift hij de grenzen van wat wij kennen als ‘Het theater van de lach' een eindje op. Zijn taal is ruw, zijn toon snerpend, zijn lach wellus­tig, zijn knipogen naar Freud vet en de apotheose van zijn stuk is even cynisch als bande­loos.

Of dat allemaal zo Dionysisch is? Het extatische ontbreekt volstrekt in de spotlust waar­mee `De butler' de grens van de klucht overschrijdt. Joe Orton wilde gewoon lekker uithalen ten koste van een genre en het daaraan verknochte publiek. Zijn beroep op Nietsche is over­bodig.

En zo speelt Het Hof `De but­ler'. De toespelingen op geilheid, overspel en perversie zijn om­gezet in bruuske en recht­streekse uitdagingen. Het preutse tikje op een damesbil wordt een forse greep in het kruis; de suggestieve, maar be­dekte opmerking een geile kreet.

Natuurlijk lopen de dames rond in hun ondergoed of in he­renkleren, maar dit keer gaan ook de heren (bijna !) uit de broek. Natuurlijk verdwijnt een personage, wiens aanwezigheid op het toneel compromitterend is, op het juiste moment door de deur links wanneer door de deur rechts een ander opkomt om de verwarring op te voeren. Een procedure die in dit geval het oneindige benadert.

Toch blijf ik worstelen met de vragen waarom? Waarom kiest een theatergroep voor dit stuk, dat 20 jaar geleden toen het ge­schreven werd ongetwijfeld een groter schokeffect teweeg bracht dan nu?

Je moet je heden ten dage vreselijk opwerken om nog geschokt te willen zijn. Het publiek, dat Het Hof trekt, heeft ' dat er absoluut niet voor over. Rest dat je lekker kan gaan zitten meesmuilen over de smaak van anderen. Of, dat je je overgeeft aan de uitbundigheid waarmee de spelers zich uitle­ven aan de wijdsheid van' hun komisch talent.

Dat laatste dan maar, al ga ik  niet stuk van theater zonder werkelijke inhoud. Komisch talent heeft Het Hof. Altijd al gehad, trouwens. En dit keer in ruime mate aangetrokken. Paul R. Kooij toont op hoogst komi­sche wijze de habitus van de ' verstrooide psychiater; Eelco Vellema laat op zijn beurt een, duistere Jekyl/Hyde zien; de opgelegde naïviteit van Myranda Jongeling contrasteert perfect met de doortrapte voosheid van Antoinette Jelgersma.

John Serkei en Joop van der Linden zijn echt overal voor in. ` Hun spel bestrijkt het hele terrein van machogedrag tot stadsnichten gekroel. Overigens blijft het een levensgrote vraag of Joop van der Linden het einde van de reeks voorstellingen haalt. Hij stort zich met ware doodsverachting in acrobatische toeren.

Ruurt de Maesschalck, regisseur, toomt de chaos en de spelvreugde in tot juist zoveel anarchie, dat de ongelooflijke wanorde tot het einde overeind blijft.

Het Hof komt met `De butler' op 12 en 13 december in het Nij­meegse Steigertheater; op 19 en 20 december in Schouwburg Arnhem; op 9 januari in `Agora' in Druten; op 13 januari in `De' kleine holte' in Doetinchem en op 23 januari in ‘t Hemeltje' in Wageningen.