STARTPAGINA.
EMAIL.
HET THEATER.
EERDERE PRODUCTIES.
JOOP.

recensie Arnhemse Courant: 8-7-91

 

'Driestuiveropera' door Het Hof:

Harmonie tussen professionals en amateurs

Voorstelling: 'Driestuiveropera' door Het Hof. Vertaling, regie en decorontwerp: Joop van der Linden. Gezien: 6/7 in Schouwburg ARNHEM. Nog te zien: aldaar (dagelijks behalve ma.) t/m 20/7.

Opnieuw verrast theatergroep Het Hof, met Joop van der Linden als artistiek leider, de regio met een zomerbespelingsproject dat zater­dag in de Arnhemse schouwburg in premiere ging. Het betreft de'Dries­tuiveropera' van Bertold Brecht, ge­speeld door professionals en ama­teurs.

 

door Monique Gadiot

 

In de 'Driestuiveropera' ont­brandt een strijd tussen de georgani­seerde bedelarij met aan het hoofd Peachum, het corrupte politieappa­raat met Tiger Brown als hoofdcom­missaris en de georganiseerde mis­daad met Macheath alias Mackie Messer als onbetwiste leider. De strijd wordt 'opgeluisterd' door de aanwezigheid van naieve dochters en hoeren en laait hevig op als Polly, de dochter van de bedelaarskoning, trouwt met de bendeleider Mache­ath.

 

Ingenieus

Het toneel van de grote zaal is in­genieus omgebouwd tot een plein. De toeschouwers bevinden zich aan tafeltjes waarlangs bedienend per­soneel snelt. De oberkelner, een droog type, is duidelijk gecast. De rondom aanwezige spellokaties worden met behulp van bewegende panelen geopend en gesloten. In de eerste driestuiverfinale zien we door het getraliede plafond boven een koor opgesteld. Imposant beeld. De verschillende tonelen zijn met gevoel voor detail gekarakteri­seerd. Dat geldt speciaal voor de bedelaarsgarderobe en het bordeel.

 

De'filosofie' van Peachum is af te lezen aan het zooitje bedelaars, dat getypeerd is met behulp van kle­ding, houding en gebaar en zo zorgt voor onvergetelijke tableaux vi­vants. Tijdens de bruiloft van Ma­cHeath met Polly Peachum spelen de bendeleden subtiel spel. Ook deze groep staat stevig, waardoor de grapjes van de professionals pre­cies het juiste effect hebben. Prach­tig is hun loeren naar de bruid. De individuele rollen worden voorna­melijk naturel gespeeld en gezon­gen. Polly Peachum (kwelend) en Lucy Brown (venijnig), twee vrou­wen die vechten om de gunsten van MacHeath, spelen en zingen even grotesk als bij Brecht de gewoonte was.

 

Contrast

Dat heeft een contrasterend ef­fect. Want onbetwiste ster is de ingetogen acterende en zingende Ria Ruiter. Vergeleken bij haar ver­tolking van de hoer Spelonken-Jenny, zong Lotte Lenya destijds als een viswijf. Wannie de Wijn als MacHeath speelt een verfijnde ban­diet, die schittert in een dansje met twee hoeren, dat naadloos overge­nomen wordt door agenten. Vak­werk. Zijn afscheidsrede is boven­dien ontroerend waardig, waardoor hij met 'zijn Jenny' de held van bet verhaal wordt. Helaas is de gespeel­de tekst verder vaak te 'gewoon', hetgeen een onbedoeld detonerend effect heeft.

 

Perfect

Het orkest van Guus Tangelder zorgt voor een perfecte muzikale begeleiding. Verrassende arrange­menten worden onderbroken door speelse wendingen. Het is voorts uitstekend ingespeeld op wat zich op de vloer afspeelt, hetgeen alleen al vanwege de afstand een enorme prestatie is. De tekst van de liedjes was regelmatig onverstaanbaar, maar dat (technische) probleem zal inmiddels wel opgelost zijn.

Kortom: het is niet onmogelijk dat Brecht vrolijk geworden was van dit spektakel. Het begin en ein­de van de opera is veranderd, maar de absurde werkelijkheid die het stuk beheerst blijft onaangetast. Opvallend is echter vooral dat spel, zang, muziek, kleding en requisieten een perfecte eenheid vormen en dat Van der Linden harmonie tussen spel en zang van professionals amateurs heeft weten te bereiken. Gaat dat zien.

 

De hoeren in de 'Driestuiversopera' van Bertold Brecht:

Theatergroep Het Hof verrast opnieuw de regio met een zomerbespelingspro­ject, dat nog tot en met 20 juli elke dag

(behalve maandag) in de Arn­hemse schouwburg te zien is.

 

- - - - - - - - - - - - - - - - -

 

 

recensie: NRC HANDELSBLAD 9-7-91

Arnhem herstelt lange originele dialogen

Het volk op het podium bij de Driestuiversopera

 

Voorstelling: De Driestuiversopera (Die Dreigroschenoper) van Bertolt Brecht en Kurt Weill (muziek) door Theatergroep Het Hof en Schouwburg Arnhem. Vertaling, regie en decor: Joop van der Linden; kostuums: Anita van Dalen; leiding orkest: Guus Tangelder; spelers: Wannie de Wijn, Ria Ruiter e.v.a. Gezien 7/7 Schouwburg, Arnhem. Te zien t/m 20/7.

 

Door KESTER FRERIKS

 

Liedje, spreekstem, liedje, Mori­tat ofwel de uit het leven gegre­pen ballade: zo verloopt voor me­nigeen De Driestuiversopera van Brecht en Weill. Dat er tussen de liederen lang uitgesponnen dialo­gen bestaan die de handeling no­deloos remmen, is minder alge­meen bekend dan het wat tartend trage, altijd meeslepende „Und der Haifisch, der hat Zahne".

De toeschouwer krijgt bij ge­zelschap Het Hof en de Schouw­burg Arnhem de illusie te gast te zijn bij de vertoning van deze volkse opera voor bedelaars. De zaal laten we links liggen en we begeven ons achterom naar het toneelpodium, waar we aanschui­ven aan tafeltjes. Er wordt geser­veerd; zomerse cocktails en ook alcoholvrij bier. Rondom het po­dium is de sfeer geschapen van het achttiende eeuwse Londense Soho, domein van straatrover Mackie Messer. Daar treft hij zijn slachtoffers, zijn Jenny en de andere hoeren, zijn Polly en Lucy en hun respectievelijke vaders: de bedelaarskoning, Peachum, en Ti­ger Brown; hoofd der politie en vriend in het geheim van Mackie.

 

Voor mij, achter me, links en rechts: overal speelt de opera zich af. Een paneel schuift weg en daar is de paardestal van Mac­kie's huwelijk met Polly. Elders zingt Jenny het zeeroverslied. De toeschouwer, in het hart van de uitvoering, is stille getuige.

Voor het eerst hoor ik de wel­bekende balladen gezongen in het Nederlands, is een `Haifisch' ge­woon een `haai'. maar heet Mac­kie Messer nog steeds Mackie Messer. Hoewel de verstaanbaar­heid bij een stel zangers te wen­sen overliet, trof de Nederlandse versie toch heel goed de juiste toon. Misschien had ik liever ge­had dat regie en muziek wat meer `tegen de toon' aanspeelden, waar­door die vals-zwevende sfeer ont­staat, maar mijn wens zou toch nooit in vervulling gaan want het is juist de overtuiging van de re­gisseur zijn versie zo harmonisch uit te voeren.

Dat neemt niet weg dat er ei­genlijk slechts twee zangers wa­ren die enigszins aanvaardbaar zongen: Wannie de Wijn als Mac­kie en, het prachtigst van al, Ria Ruiter als Spelonken-Jenny. Brechts eenvoudige en uit allerlei bronnen gejatte deuntjes klinken zo eenvoudig, maar nee, op de blue note zoals het in de jazz heet ~ komt het aan: de noot, zeilend tussen majeur en mineur, die aan de blues en ook aan de balladen van Weill die ambiguiteit tussen vreugde en treurigheid geeft. Die blue notes miste ik.

De dialogen van Brecht in deze opera zijn niet sterk. Ze vertragen en, wat spijtig is, ze vertragen des te meer omdat de scenewisselin­gen lang duren. Telkens werd ik uit de voorstelling verbannen. Nu is het natuurlijk zo dat Brecht de toeschouwer de illusie van kunst wilde ontnemen, maar is het zowat zeventig jaar na de eerste uitvoering niet al te kinderachtig dat `zo' te beklemtonen dat je het woord nooit meer wilt horen? Een Pirandello-achtige ruzie aan het slot tussen regisseur en toneelspelers maakt dit beeld van heerlijk stoeien met het `V-effekt' volledig. De regisseur vermant zich nog een variatie van Brecht uit te roepen dat de `vertrapten ook eens mogen terugtrappen' en we zijn nog verder van huis. Het slot van de opera verdwijnt op die manier in een rommelig ratjetoe.

Goed, zoals de bundel het beste gedicht is, zo is de voorstelling de beste scene of scenes. In he begin waren die er zeker: Wannie de Wijn maakt een geslepen entree als Mackie, niet zozeer als koning van de kleine criminaliteit zoals het tegenwoordig heet, maar als een wat melancholieke figuur. Hij hoort eerder thuis in het Berlijn van 1930 dan in het Londense Soho van twee eeuwen terug. Jenny is warm en tegelijk. wreed, behaagziek en ook koel in haar Salomo-song.

Naarmate de opera vordert verliezen de acteurs echter hu greep op het materiaal. Eigenlijk is het alles een kwestie van ritme: drie uur met hinderlijke onderbrekingen is te lang. Er moet vaart komen, de liedjes moeten ons telkens weer en steeds onverwacht met hun verraderlijke eenvoud treffen. Niet hier en daar en overal, maar geconcentreerd op een plek zou ik de opera het liefst zien. Desalniettemin is het zomer, ook en vooral op het toneel, en beleven de acteurs en musici zichtbaar plezier aan deze uitvoering. En dat plezier, gestuurd door het strak in de maat spelende, gelukkig soms swingende orkest, kan niemand de spelers en de toeschouwers, die daarin delen, afnemen.

 

- - - - - - - - - - - - - - - - - -

 

recensie De Gelderlander: 8-7-91

 

Bedelaars, boeven en hoeren in Soho

`De Driestuiversopera': zomerfeest in Arnhemse Schouwburg

 

`De Driestuiversopera' van Bertolt Brecht en Kurt Weill door Het Hof en Schouwburg Arn­hem. Spel en zang: Caroline Almekinders, Ria Ruiter, Trudi Klever, Joop van der Linden, Margreet Blanken, Wannie de Wijn, Jan van Eijndthoven, Rene van Zinnicq Bergman en dertig amateurspelers. Orkest o1v. Guus van Tangelder. Regie: Joop van der Linden. Pre­miere zaterdagavond in Schouwburg Arnhem. Nog te zien aldaar: iedere avond (behalve maandagavonden) tm zaterdag 20 juli.

 

Door Suzanne Hoenderdaal

 

Stel: je zit op een zoele zomeravond op een plein. Tafeltjes, stoelen, en drankjes en huizen rondom waarin van alles gebeurt. Die huizen zetten als het ware, behalve hun ramen, ook hun gevels open en jij, als terraszitter, krijgt mee wat zich in de vertrekken afspeelt. Dat wordt links kijken, rechts kijken, voor je, achter je, en zelfs boven je, de ene scene na de andere, waaruit het hele verhaal wordt opge­bouwd.

Zo is `De Driestuiversopera' opgezet op het toneel van de grote zaal van de Arnhemse schouwburg. Een gigantisch spektakel in beur­telings verlichte ruimtes. Wat een feestelijke avond uit! Omdat het om theater gaat is de sfeer van het terras niet helemaal zo roeze­moezig als normaal, daarvoor zit je ook te re­gelmatig in het donker en wordt de aandacht duidelijk gevestigd op wat zich afspeelt, maar soms worden de lichten op het plein ontstoken en sluipt er een discrete bediening langs de ta­feltjes om bestellingen op te nemen.

 

Groepen

Intussen maken we kennis met drie groepen `bewoners': Jonathan Jeremiah Peachum, zijn vrouw, zijn dochter en zijn horde bedelaars die `zielig' worden aangedaan, al dan niet met am­putaties en griezelige wonden om medelijden op te wekken; of de groep niet al te slimme cri­minelen, onder de bezielende leiding van Ma­cHeath, alias Mackie Messer, die we aantref­fen op diens bruiloft met de dochter van de be­delaarskoning, Polly. Of de derde groep, die be­staat uit hoeren, waartoe de befaamde Spelon­ken-Jenny behoort.

 

Tenslotte is er ook nog een klein groepje politieagenten onder aanvoering van de corrupte hoofdcommissaris Tiger Brown.

Dit alles heeft met elkaar te maken en loopt door elkaar heen. Haat, nijd, liefde, verraad, hartstocht, het kan niet op. En het voert je on­herroepelijk mee. Ook door de voortreffelijk uitgevoerde muziek. Schoonheidsfoutjes en on­zekerheden worden, naarmate de avond vor­dert, overspoeld door het enthousiasme van de spelers en het welbehagen van de toeschouwer.

 

‘Wat is dit leuk!' blijft overeind staan: Traagheid of onverstaanbare liedteksten ten spijt. In aanmerking genomen dat het om een premiere ging en de serie voorstellingen nog een week of twee te gaan heeft, mag worden verwacht dat de hele cast er nog danig in zal groeien.

 

Spetterend

De ster van het spektakel is ongetwijfeld Ria Ruiter als Spelonken-Jenny. Haar stem en haar spel spetteren boven alles uit. Wannie de Wijn, als Mackie Messer en Rene van Zinnicq Berg­mann als Tiger Brown zijn betere acteurs dan zangers (wat bij Weill niet storend is); bede­laars, boeven en hoeren, waar goede en minder goede amateurs `gekruist' waren met profes­sionele acteurs, moesten even op gang komen, maar zorgden met z'n allen toch voor een fan­tastische avond.

Beslist gaan kijken, dus.

 

 

Mackie Messer (Wannie de Wijn) en zijn jonge bruid

Polly (Caroline Almekinders) in het zomerspektakel

`De Driestuiveropera' In Schouwburg Arnhem.

DE DRIESTUIVEROPERA

van Bertold Brecht en Kurt Weill

Vertaling, dekorontwerp en regie: Joop van der Linden

Spelers: Wannie de Wijn, Joop van der Linden, Trudi Klever, Caroline Almekinders, Ria Ruiter, Rene van Zinnicq Bergmann, Sabien van Lommel, Hans Roodenburg, Hay Hendrikse Karin Gerrits, Jan van Eijndthoven, Willem Mooyman, Arie Voogt, Otto Tieleman, Wil Krechting, Frans Galle, Art Kant, Fred van den Berg, Mark Schurink, Jan de Wit, Riek van der Linden, Til Detiger, Merik de Vries, Hay Hendrikse, Dana de Windt, Elly Teiwes, Jos Hueting, Veronique Terwindt, Desiree Prinsenberg, Rodi Balder, Douwe Elsinga, Ton Verbeeten, Hans Bezemer, Remco Helsloot, Andre Mutsaers, George Plat, Eduard Dirkse, George Deuss, Loes van Bergen,

Orkest: Guus Tangelder, Frans Rutten, Michiel van Dijk, Louis Peters, Joost Buis, John van Oorschot, Ton van Erp, Jan Stavenuiter. Dekor: Ellen Klever, Ed Smit, Martin Kors, Eduard Dirkse, Joost Blankevoort, George Plat, Wilbert van der Steen. Techniek: Jeroen van Eck, Gerard Janssen, Ernst Soetekouw. Kostuums: Anita van Dalen en Petra Smolders (ass.) Grime: Colette Steenmetser en Nathalie van Veenendaal (ass.) Rekwisieten Lisette de Groot. Zangdocente Ineke Eldering. Catering: Wies van 't Hof en Arie Voogt. Grafische vormgeving: Bart Groenendijk. Publiciteit & Produktie Liesbeth Holleman, Els Uit de Weerd (ass.)

Première:  6 juli 1991