PHILIP DICKER
(en het geheim van het zwarte boek)
van Tony Dunham. Regie, vertaling en decor: Joop van der Linden.
Met: Brit Vreenegoor, Joop van der Linden en Donat Ontskul
Première 9 november 2002
Recensie De Gelderlander
Cynisme detectiveverhaal amusant
Door MIEKE HENDRIKSE
Philip Dicker is een privé-
Dicker is `cool'. „Bij jou voel ik me veilig", zegt de mooie vrouw dan ook. Hij is
rustig en zonder opgehitste emoties vertelt hij over zijn ingewikkelde zaak. Af en
toe filosofeert hij droogjes over zaken als tijd, waarheid en hoe moeilijk mooie
vrouwen het hebben. Joop van der Linden weet het personage Dicker zonder poespas
-
En dan zijn er de clichés. De mooie vrouw: Ze draagt sexy kleding, verleidt en huilt krokodillentranen. De rechercheur: met leren jasje, accentje en losse handjes. Maar ook Dicker zelf is een wandelend cliché. Hij drinkt, observeert, drinkt weer en blijft cool. Hij voelt zich aangetrokken tot de mooie vrouw, maar houdt `een professionele afstand'.
Het stuk, geschreven door Tony Dunham, knipoogt naar de Philip Marlowe films. De zogeheten film noir. Het effect van dit geknipoog is grappig. Droge humor, terugkerende oneliners en voorspelbare personages. We kunnen ze goed `hebben' vanwege hun scherpe teksten en overtuigend spel. Dit houdt de kijker scherp. Het cynisme, waar de voorstelling mee doorspekt is, blijft interessant. Het wordt geen moment vervelend of vermoeiend, wat een valkuil kan zijn bij voorstellingen met `een knipoog'.
Het verhaal zelf is niet bijzonder intrigerend. Hoe de verwikkelingen aflopen maakt in feite niet veel uit. Maar de manier waarop het verhaal verteld wordt, is en blijft verfrissend.