STARTPAGINA.
EMAIL.
HET THEATER.
EERDERE PRODUCTIES.
JOOP.

TEGEN WIL EN DANK

Naar teksten van Friedrich Dürrenmat en Anton Tsjechov

Regie, bewerking en decor: Joop van der Linden.

Met: Joop van der Linden, Mars Teunisz, Leverne Bruins en Rosa van Tienen.

Première 12 april 2008

Recensie De Gelderlander 14--4--2007

Vrolijk avondje

uit in Het Hof

Theater Het Hof: `Tegen wil en dank'. Gezien 12 april: Première.

Tot 9 mei wo t/m za 20.30 uur.

door Agnes van Brussel

 

ARNHEM - „Wat wij hier willen la­ten zien is theater dat je kunt vol­gen: We zijn niet vernieuwend en niet experimenteel." Zo beschreef Joop van der Linden, directeur van Theater Het Hof, zijn theater­genre in het blad Eigen. Maar wat is vernieuwend? Dat een directeur van een theater zelf zijn stukken kiest en vervolgens zelf een hoofd­rol vervult? Dat het ooit een oude gymzaal was en hij het verbouwde tot een stijlvol intiem theater? De theaterbezoeker krijgt een avondje uit, dat zich ook in de vorige eeuw zou kunnen afspelen, voor het tele­visie- en computertijdperk: nostal­gisch en risicoloos. Een avondje modern theater kan je flink verwarren, waarna `het sa­men uit-gevoel' ver te zoeken is. Zo niet in Theater Het Hof. Het is gezellig, er wordt veel gelachen en je zit lekker aan je tafeltje met een drankje en pinda's van de zaak.

Met veel vaart en professionaliteit brengt Van der Linden twee eenak­ters van Dürrenmatt en Tsjechov ten tonele. In De ongenode gast speelt Van der Linden Willem van der Wal, een beroemde thriller­schrijver, die (ook in 1957) voldoet aan alle clichés in de boulevard­pers. Hij is arrogant, onbeschoft, vrouwenjager, alcoholist en drugs­verslaafd. Hij plast over het balkon van zijn chique hotelkamer, rich­ting meer van Genève, schenkt zichzelf nog eens een whisky in en laat zijn liefjes en secretaresse (Leverne Bruins) in- en uitlopen. Hij krijgt bezoek van een calvinisti­sche ex-boekhouder in drollenvan­ger (Mars Teunisz), die zich heeft ontpopt tot een soort Peter R. de Vries. Het is allemaal wat uitver­groot, maar niet te. Er zijn veel grappige details, die hier nog niet verklapt mogen worden.

De tweede eenakter is vooral leuk voor de echte Arnhemmer. ‘Tje­chovs tragicus tegen wil en dank' is de gestreste Henkie (Van der Linden), die in een lange mono­loog verhaalt over het pendelen tussen camping en werk en hoe hij door iedereen gebruikt wordt als boodschappenjongen. Vanaf de eerste woorden in raszuiver ‘Ern­hems' ligt een vrouw in het pu­bliek in een deuk en al snel volgen er meer. Wie met zoveel passie zijn eigen producties neerzet in zijn eigen theater verdient het kla­terend plezier van het publiek.