GEEN HAMLET
Tekst: Rainer Lewandowski
Regie: Wannie de Wijn
Spel: Joop van der Linden
Première 6 maart 2014
Theater Het Hof viert dit jaar zijn dertigjarig bestaan. Joop van der Linden, oprichter en al die jaren directeur, acteur, regisseur, dramaturg, decorbouwer, vertaler en manusje van alles van Theater Het Hof, markeert dit jubileum met de solo Geen Hamlet .
Krijgt de gesjeesde acteur Johan van Straten vanavond zijn allerlaatste kans op eeuwige roem? Schittert hij één enkele keer als Hamlet, in de rol der rollen voor elke acteur?
Vergeet het maar. Van Straten schrikt zich rot als het doek per ongeluk opgaat. Hoewel, per ongeluk? Het is toch zijn werk om het doek al dan niet op te laten gaan? Van Straten is immers de toneelknecht die dat doek bedient.
Zeker, maar ooit was Johan van Straten een jong en veelbelovend acteur. Er ging iets heel erg mis in die carrière. Zoveel wordt duidelijk, maar wat precies?
De feiten. Het publiek zit in dat heerlijke intieme zaaltje van Theater Het Hof. Het doek gaat op. Johan van Straten kijkt ietwat geschrokken de zaal in en maakt zich schielijk uit de voeten. Het doek valt. Blijft enige tijd gesloten. Maar ja, als publiek denk je: ‘Er moet toch iets gebeuren voor mijn geld.’
Nou, dat blijkt goed besteed. Discretie is niet bepaald de meest in het oog springende karaktertrek van Johan van Straten. Hij kondigt aan dat de voorstelling vanavond niet doorgaat. Waarom niet? Gebroken been.
Heeft u zich als, als theaterbezoeker ooit verdiept in de expressie van het voordoek?
Is het u ooit opgevallen dat je ze dramatisch kunt sluiten of vrolijk kunt openen.
Heeft u ooit stilgestaan bij de mensen achter de coulissen, kent u de psychologie
van de doekophaler of het gekissebis tussen de acteurs en de toneelmeesters?
Aan het
woord is inspeciënt Johan van Straten. Hij legt precies uit hoe dat gaat. Hij legt
nog veel meer uit: de hele zichtbare en onzichtbare wereld van regisseurs en hun
‘concept’, van acteurs en actrices met hun onderling gekrakeel en vooral van het
belang van het voordoek. Johan van Straten, is een man met een cynische blik, die
haarscherp de hiërarchie van het podium analyseert.
Ooit speelde van Straten zelf
Hamlet, de droom van iedere acteur. Nu trekt hij het doek bij het theater waar vanavond
Hamlet gespeeld wordt. Maar de voorstelling wordt afgelast. Toch blijkt het publiek
niet voor niets te zijn gekomen. Want al praat van Straten veel over zijn verleden
als technicus, acteur en minnaar, tussendoor speelt hij ook nog Hamlet, omdat het
publiek daar nu eenmaal voor gekomen is. Nog eenmaal geniet hij van de roem uit de
tijd dat hij nog volop in de schijnwerpers stond en ovaties in ontvangst mocht nemen.
Tot op de dag dat het noodlot hem heeft verbannen naar de rand van het toneel als
bediende van het voordoek.
De speler van de titelrol heeft de theateraanmoediging ‘Hals und Beinbruch’, althans voor de helft serieus genomen.
Van Straten begint aan het opruimen van attributen en zetstukken en gaat eens even lekker een boekje open doen over het wel, maar vooral wee van het leven achter de schermen en in de coulissen van het toneel. Geen roddel gaat hem te ver.
En nu, tot slot van dit verhaaltje een citaat uit de recensie die Rijk van Rotterdam, de al te jong in 2001 overleden theatercriticus van De Arnhemse Courant, in 1998 schreef:
‘Joop van der Linden brengt de solo in zijn quasi nonchalante speelstijl, die vrijwel
scène na scène goed is voor een lach. (…) Van Straten koestert weliswaar niet weinig
rancune aangaande de bombarie van het serieuze theater en de destructieve uitwerking
van het moderne toneel op Het Vak, maar juist achter die laatste kritiek gaan restanten
van zijn heimwee naar de magie van een goed gespeelde passage schuil. Niet voor niets
wordt de voorstelling na de pauze meer inleefbaar als de slapstick-
Zo is het maar net, Rijk.
Ton Verbeeten
AANKONDIGING